"Never would I let my own fate sink into such dejection, never would I squander my existence in the service of powers that seem grand as all the world, but afterwards prove futile, as if they never were. Now I knew the example in all its terror-striking depth. In throes of exaltation, he had taken the flourishing and convulsions of a tawdry little empire for earth-shattering phenomena, and glorified them in poems freighted with sound as foolhardily futile as all that clangor of arms and booming of canons. Afterward he perpetrated an act of cowardice in returning home late in life, in the hope that fame might cherish him. And with scarce any spine or resistance, he let himself starve to death, grateful for the charity of an inadequate stipend, and crumbs dropped from the table of the wealthy few."
- Jan Slauerhoff "The Final Appearance of Camões", tr. A.Z. Foreman
"Nooit zou ik mijn lot zó in mismoedigheid laten verlopen, nooit mijn bestaan verkwisten in het dienen van machten die wereldgroot lijken, maar daarna nietig zijn alsof zij nooit waren geweest. Ik kende nu het voorbeeld in al zijn afschrikwekkendheid. Geëxalteerd had hij de bloei en de stuiptrekkingen van een klein en pover rijk gezien als wereldschokkend en verheerlijkt in gedichten, zwaar van klank, maar even dwaas vergeefs als al het wapengekletter en kanongebulder. Daarna had hij nog de lafheid begaan op latere leeftijd terug te keren, hopend op de koestering van de roem. En willoos, zonder verzet, had hij zich laten doodhongeren, nog dankbaar met de aalmoes van een onvoldoend jaargeld en de resten van de tafel van de schaarse rijken."
- Jan Slauerhoff "Laaste Verschijning Van Camoës"
- Jan Slauerhoff "The Final Appearance of Camões", tr. A.Z. Foreman
"Nooit zou ik mijn lot zó in mismoedigheid laten verlopen, nooit mijn bestaan verkwisten in het dienen van machten die wereldgroot lijken, maar daarna nietig zijn alsof zij nooit waren geweest. Ik kende nu het voorbeeld in al zijn afschrikwekkendheid. Geëxalteerd had hij de bloei en de stuiptrekkingen van een klein en pover rijk gezien als wereldschokkend en verheerlijkt in gedichten, zwaar van klank, maar even dwaas vergeefs als al het wapengekletter en kanongebulder. Daarna had hij nog de lafheid begaan op latere leeftijd terug te keren, hopend op de koestering van de roem. En willoos, zonder verzet, had hij zich laten doodhongeren, nog dankbaar met de aalmoes van een onvoldoend jaargeld en de resten van de tafel van de schaarse rijken."
- Jan Slauerhoff "Laaste Verschijning Van Camoës"
reminds me of Bartleby
ReplyDelete